Het groene gras reikt zover als het oog kan kijken en omzoomt het kerkje in haar pracht. De zon laat haar stralen over de groene vlakte schijnen en verwarmt de knappe vrouw die naakt is als de dag de ze geboren werd. Is deze mooie dame de vazal van de duivel die de minzame kerkgangers met haar schoonheid moet verblinden?
Naakt buiten
Of is zij de vrouw van de dominee die het juk van de kleding van zich heeft afgeworpen en wacht tot de boerenknecht haar de vurige liefde verschaft die zij zo hard nodig heeft. We zullen nooit weten waarom deze schone verschijning in al haar blootheid de frisse buitenlucht heeft opgezocht en of de boerenknecht nog op tijd is gekomen om het vuur, dat in haar lendenen brandt, te kunnen blussen.
Vertwijfeling alom, terwijl we genieten van een mooie vrouw die naakt in haar eigen schilderij lijkt te zijn binnengelopen en een kontje heeft die de duivel graag als zijn oorkussen zou willen gebruiken.